Op het Europese Urologen Congres (EAU) in Londen, presenteerde drs. Arnout Alberts de resultaten van de MRI-studie binnen ERSPC Rotterdam. Mannen die deelnamen aan de ERSPC studie werden gescreend op prostaatkanker door middel van een PSA bepaling. Indien de PSA-waarde boven de 3ng/ml lag, werden er prostaatbiopten genomen. Mannen die vanaf januari 2013 voor een laatste screeningbezoek werden uitgenodigd, werd gevraagd of ze wilden deelnemen aan de MRI-studie. Mannen die toestemden met deelname en een PSA ≥3 ng/ml hadden, kwamen in aanmerking voor een MRI-scan. Die MRI werd beoordeeld door drie radiologen. Gezamenlijk kwamen ze tot een eindoordeel of er een verdenking op prostaatkanker te zien was op de MRI-beelden en zo ja, waar. Bij mannen die een MRI ondergingen werden vervolgens 12 willekeurige biopten (systematische biopten) uit de prostaat genomen, op dezelfde manier zoals ook mannen zonder MRI prostaatbiopten kregen. Bij mannen bij wie een voor prostaatkanker verdacht plekje op de MRI werd gezien, werden nog twee extra biopten (MRI-gerichte biopten) genomen. Alleen als het geziene plekje op de MRI redelijk tot sterk verdacht werd bevonden voor prostaatkanker (beoordeeld met behulp van de PI-RADS score) werden de twee MRI-gerichte biopten genomen.

Na het analyseren van de uitkomsten bleek dat de detectie van agressieve prostaatkanker met behulp van MRI-gerichte biopten danwel systematische biopten gelijkwaardig is. De detectie van niet-agressieve prostaatkanker is daarentegen veel lager met MRI-gerichte biopten dan met systematische biopten. Bovendien bleek dat bij 70% van de mannen geen verdachte plekjes op de MRI werden gezien en zij dus ook geen MRI-gerichte biopten hoefden te ondergaan. Het gebruik van de MRI-scan bij de vroege opsporing van prostaatkanker is daarom dan ook veelbelovend te noemen.

De uitkomst van het onderzoek kreeg aandacht in de internationale pers met artikelen in The Times en The Sun op 25 maart jl.